Abhaya (46) en Janharm (42) uit Kantens geven Landgoed Westerlee een nieuw gezicht. 'We gingen hier op een bankje zitten en voelden het allebei'

,,Bonjour.” ,,Goedemorgen.” ,,Moi.” Het is vrijdagmorgen gezellig druk in Landgoed Westerlee. Mensen zitten aan een laat ontbijt, gasten checken uit bij het hotel. Sinds kort zwaaien Abhaya en Janharm er de scepter. Toen ze het gebouw zagen ,,was het liefde op het eerste gezicht”.

 

Het is een gestaag komen en gaan. Een auto met een Belgisch kenteken rijdt de parkeerplaats af. Een andere wagen, uit Hamburg, draait net de inrit op. Fietsers stappen af. Ze hebben in alle vroegte een rondje Blauwestad gekoerst en zijn toe aan koffie. Met de fiets aan de hand lopen ze de lange oprijlaan af richting de villaboerderij. Die ligt op een beeldbepalende plek, op een hoek aan het begin van Westerlee.

Abhaya Werkman (46) en Janharm Beenes (42) uit Kantens zien de bedrijvigheid met genoegen aan. Ze zijn de nieuwe uitbaters van Landgoed Westerlee, een Oldambtster herenboerderij uit 1910 op een kavel van zeker 18.000 vierkante meter. Het rijksmonument aan de Hoofdweg is sinds 2007 in gebruik als restaurant en hotel met zestien kamers, brasserie, vergaderzalen en wellness. Compleet met bijgebouwen, een boomgaard en een park om U tegen te zeggen.

 

 

,,Het was direct raak’’, straalt Werkman. ,,Het is nog steeds genieten. Dan zie je in de serre de zon opkomen en reetjes voorbijlopen.’’

,,Het voelde direct goed’’, knikt Beenes, die tot voor kort een eigen timmer- en renovatiebedrijf had. ,,Van jongs af aan was ik aan het timmeren.’’

Hij vooral had oog voor de bouwkundige zaken (,,Ik kom uit bevingsdorp Kantens en weet waar ik op moet letten.”) en de authentieke cultuurhistorische elementen die de voormalige boerderij zo bijzonder maken. ,,Ik ben een man van details en nogal kritisch. Het moet goed zijn. Dat is het. Toch gaan we alle kamers en ruimtes langs om de puntjes weer even op de i te zetten’’, zegt Beenes.

 

‘Zorgpoot maakt het tot een stabiel geheel’

Eind september staat hun ‘grand opening’ gepland. Tot die tijd is er nog heel wat werk te doen. De twee zijn niet alleen uitbaters van een hotel en restaurant waar twaalf mensen werken. Ze willen er ook dagbesteding bieden aan op termijn vijftig jongeren en jongvolwassen. ,,Ik heb een achtergrond in de horeca én de zorg. Ik kan mijn passies combineren’’, zegt Werkman.

Beenes vertelt dat ze heel wat panden hebben bekeken. ,,We hebben veel kilometers afgelegd. Nergens voelden we dat, wat we hier vonden.’’

 

 

Hij weet het nog goed. ,,Het was op een vrijdagnamiddag. Abhaya zat achter de computer en zei: moet je dit zien. Ja dat zal, zei ik, een landgoed. Het ging kriebelen. Tegen vijf uur toch maar de makelaar gebeld. Gelukkig was er nog iemand, we maakten direct een afspraak in de komende week.’’

Werkman: ,,Zolang konden we niet wachten. Op zaterdag reden we er zelf heen. We gingen hier op een bankje zitten en voelden het allebei: dit is het. We waren direct verliefd op het pand en de omgeving. Als dit zou kunnen: tof.’’

Later kwam de bezinning. Werkman: ,,Is het reëel, kunnen we dit doen? We voerden ook met anderen gesprek na gesprek. Er is heel wat geplust en gemind. Alles is doorberekend. De zorgpoot naast het horecadeel maakt het een stabiel geheel. We gaan ervoor.‘’

Nieuwe Lord en Lady of the Manor...

 

Soms kunnen ze het nog niet geloven dat ze de nieuwe Lord and Lady of the Manor zijn. ,,Zo kijken mensen toch tegen je aan’’, zegt Werkman, die heel andere tijden heeft gekend. Jaren geleden, na de scheiding van haar eerste man, leefde ze jaren op de armoedegrens. ,,Mijn twee kinderen en ik moesten rondkomen van een paar tientjes in de week. Hoe vaak ik niet nee tegen ze moest zeggen. Elk dubbeltje moest ik omdraaien. Soms was er geen geld voor een fatsoenlijke maaltijd. Dat gun ik een ander niet.’’

Vandaar ook het zorginitiatief, legt Werkman uit. In het zogeheten Theehuis naast het hoofdpand willen ze jongeren begeleiden. ,,We willen ze helpen, steunen en een zinvolle invulling van de dag geven. Als het even kan laten we ze meehelpen in het bedrijf. Of in de tuin.”

 

,,En we gaan met z’n allen aan tafel. Samen genieten van goed eten en liefst van eigen tuin en uit eigen kas’’, zegt Werkman, die ook als kok met jongeren werkte.

Stevig met de voeten in de klei

Ze weet hoe het is om in de keuken en de bediening te staan. Die ervaringen deed ze op in hotel Spoorzicht in Loppersum, Hotel Leeuwerik in Bad Nieuweschans en Herberg De Esborg in Scheemda. ,,Daar deed ik alles: huishouden, bediening, koken; ik heb alle papieren.’’

Dat is toch net even iets anders dan een compleet landgoed bestieren. Beenes: ,,Het is even omschakelen. We staan stevig met de voeten in de klei en weten van werken. Er komen twee horecamanagers die zich op het hotel en restaurant richten. Wij focussen ons vooral op de zorg.’’

 

Werkman: ,,Het mooiste compliment kreeg ik van mijn moeder. Ze begreep er niks van. Komt dat wel goud? Maar jou kennende, zei ze, heb ik het gevoel: ja, het komt wel goed.’’

Voorlopig blijft het samengestelde gezin met vier kinderen in Kantens wonen. ,,Op termijn willen we verhuizen naar Westerlee.’’